Gepost door: jacobos bijzondere reizen | januari 22, 2013

Natuurpark Ria Formosa in de Algarve

In het oostelijk deel van de Algarve ligt tussen Faro en Tavira een 60 km lange gordel van eilanden en schiereilanden met daarachter een lagune. In 1987 werd het gebied uitgeroepen tot natuurpark. Het beslaat een oppervlak van ruim 18.000 ha en is van groot belang voor trekvogels. Het is dan ook een internationaal erkend “wetland.

De lagune bestaat uit een labyrint van zoute moerassen, slikken, schorren, zoutpannen, zandeilandjes en kanalen. Een reeks zanderige eilanden en schiereilanden met lage duinen beschermt haar tegen de oceaan. Omdat het directe achterland op sommige plekken een stuk boven zeeniveau ligt, kunt u prachtig uitkijken over de lagune.. Het is een oase van rust temidden van de toeristische centra.

In de lagune zelf wordt de flora bepaald door eb en vloed. Hier groeien veel zogenaamde halofyten (zoutplanten). We zien er verschillende soorten Limonium (lamsoor). Uniek is de Limonium algarvense. Er groeit Inula crithmoides (een soort alant), Sarcocornia, Suaeda vera (een soort schorrenkruid), Artemisia caerulescens (een soort alsem), Triglochin bulbosa subsp. barrelieri (een soort schorrezoutgras) en klein slijkgras (Spartine maritima). Deze laatste zien we als uitgestrekte donkergroene “velden.

Afbeelding

Op een aantal plaatsen komen kleine beekjes uit in de lagune. Langs de oevers groeit riet, lisdodde, valkruid, gevlekte orchis, ronde zonnedauw en een soort Engels gras (Armeria gaditana).

In het directe achterland van de lagune was tot voor kort veel agrarische activiteit. Op veel plaatsen liep het cultuurland tot aan de rand van de lagune. Nog steeds zijn er boomgaarden waar amandelen, citrusvruchten (sinaasappels en citroenen) en vijgen worden geteeld.

Het park is van groot belang voor trekvogels. Het vormt een belangrijke schakel tussen Europa en sub-Sahara Afrika. Het is ook broedgebied voor veel vogelsoorten, zoals de purperreiger, woudaap en purperkoet.

Het gebied is zeer interessant in de trektijd (vooral maart/april en september). Dan zijn er veel steltlopers zoals kleine strandlopers, bonte strandlopers, krombekstrandlopers, kemphanen, tureluurs en zwarte ruiters. Ook zijn er veel zangvogels op doortrek. We zien er bergfluiters, paapjes, blauwborsten, grasmussen en karekieten. Roofvogels zijn er ook. Vooral bij oostenwind is het niet ondenkbaar dat u een rode wouw, een dwergarend of een slangenarend ziet. Heel soms wordt een vale gier gesignaleerd.

Vanuit de huizen die wij bieden kunt u dit indrukwekkende natuurpark gemakkelijk bereiken. Klik hier voor ons aanbod.


Plaats een reactie

Categorieën